De ‘burgemeester’ van Beijum

‘’Als er wat moet gebeuren dan weten mensen me wel te vinden.’’

Samen met buurtbeheerder Michael, de ogen en oren van Beijum, rij ik door de Toppingaheerd. We willen even gaan buurten bij Marinus (54), een van onze huurders. Wanneer we de straat inrijden zien we hem al lopen. Hij lacht en steekt zijn hand omhoog. Marinus is actief betrokken in zijn buurt en grapt weleens dat hij de ‘burgemeester’ van Beijum is. Iedereen kent hem, en hij kent iedereen.

Een praatje aanknopen met Marinus is niet moeilijk. Hij vertelt gelijk over zijn tuin. Je kunt aan alles merken dat een verzorgde tuin belangrijk is voor hem, hier werkt hij dan ook hard voor. Er is geen onkruid te bekennen en de bloemetjes staan er fleurig bij. Als ik hem vraag of hij altijd al groene vingers heeft gehad, is hij duidelijk: Ja. Ik had dat in Kloosterburen al, waar ik weg kom. Altijd druk met tuinen. Ik hou van de natuur.’’

De vrouwen achterna
Als we vragen hoe hij dan van Kloosterburen in Beijum terecht is gekomen, zegt hij: ‘’Tja, de vrouwen achterna hé.’’ Voordat Marinus met zijn vrouw naar hun huidige woning in Beijum vertrok, woonde hij aan de Froukemaheerd op ’t kampje. ‘’Daar hadden we een caravannetje. Later konden we een huisje krijgen van De Huismeesters. Vrijdag reageerden we en op woensdag woonden we er al’’, vertelt hij.

Hobby’s
Naast zijn passie voor tuinieren, heeft Marinus vele andere hobby’s. Zoals vissen. Hij heeft vroeger overal en nergens gevist. ‘’Noordzee, Denemarken... Dat was een pracht. Een vrijheid. Ik ben altijd al met de natuur bezig geweest. Verder doe ik van alles een beetje. Ik krijg m’n dag wel vol hoor. Dan komt er iemand en die wil een praatje maken. En dan later weer een. En ’s middags meestal een lekker biertje erbij. Heerlijk joh.’’ Er vliegt een vogeltje langs. ‘’Ja, daarvoor zet je hier hé’’, zegt hij.

Vissen
Hoewel Marinus een drukbezet man is, probeert hij goed naar zijn lichaam te luisteren. Hij vertelt dat hij hartproblemen heeft. In een half jaar tijd heeft hij drie keer in het ziekenhuis gelegen met een boezemfibrilatie. ‘’Dus als ik zin heb dan ben ik bezig, als ik geen zin heb ga ik hier lekker op de stoel zitten.’’ Vandaag doet Marinus rustig aan. ‘’Ik ben al aardig bezig geweest. Schoffelen, harken… Om een uur of tien ga ik er even uit, met een kameraad en zijn hond. Dan zit mijn dagje tot twaalf uur er weer op. Als het droog blijft ga ik wat wormpjes en maden halen. En dan ga ik lekker achter zitten om te vissen.’’ Als ik vraag of daar wat te vangen is, zegt hij: ‘’Nee hoor, daar zit bijna geen vis. Maar als de zon schijnt dan neem ik een stoel mee, die kan achterover. Lekker even een slaapje doen. En dan komt m’n vrouwtje er soms aan, die schudt me dan wakker.’’

Van plan om weg te gaan is Marinus nog niet. Hij is tevreden met zijn thuis. Als ik hem vraag of hij zichzelf in de toekomst ziet verhuizen, zegt hij kort maar krachtig: ‘’Nee.’’